De druiven komen van één enkele chenin blanc wijngaard, die in 1978 op de lagere hellingen van de Simonsberg is aangeplant. Deze oude, laagproductieve bush-wijnstokken - geplant op granietbodems met een kleibasis - hebben de tand des tijds doorstaan en produceren een kleine oogst van zeer geconcentreerd fruit. De druiven worden met de hand geoogst in de koelte van de vroege ochtend. Bij aankomst in de kelder worden de hele trossen geperst en klaart het sap op natuurlijke wijze (de steeltjes zorgen als het ware voor filtratie). De gisting vindt spontaan plaats in 400 liter Frans eikenhout, waarvan 25% tweedejaars. Na de alcoholische vergisting vindt de malolactische omzetting plaats, dit geeft de wijn zijn romige jasje. De vaten worden één keer paar maand gedurende negen maanden gerold om de droesem op te roeren. Dit draagt ook bij aan de complexiteit van de wijn. Het resultaat is een prachtige Chenin Blanc, rijk en romig, maar met die fijne zuren die zo typerend zijn voor de druif.