Pecorino is een van die bijzondere Italiaanse druiven die bijna was uitgestorven, maar die net op tijd werd herontdekt om gered te kunnen worden. Dat is goed nieuws, want juist dit soort historische streekdruiven zijn perfect geschikt voor het lokaleklimaat. De combinatie van mooie berghellingen en deze bijzondere pecorino-druif zorgt voor smaakvolle en aromatische wijnen met een mooie zuurgraad. De wijngaarden liggen bij het dorpje Crecchio, ten zuidoosten van het kuststadje Pescara, aan de Adriatische zee. De wijn wordt gegist en opgevoed op roestvrij staal, op een lage temperatuur, zo tussen de 8 – 11 °C. De wijn blijft zo’n drie maanden rijpen, waarna hij wordt gebotteld. Dat zorgt voor een heerlijk fruitig type wijn, heerlijk geurigsappig en mooi droog. Italiaans wit op zijn best.