Rond de Alpen worden op de uitlopers van de bergen fraaie Sauvignons gemaakt. We zien deze in Steiermark, in Slovenië en ook in Friuli, het wijngebied aan de oostkant van Italië. Het samenspel tussen bergen en zee zorgt hier voor Sauvignons met kracht en frisheid, in combinatie met een zekere rijpheid. Daardoor hebben ze niet dat uitgesproken grassige karakter van veel Sauvignons uit de Nieuwe Wereld. De koele najaarsnachten helpen om veel kracht en aroma te ontwikkelen. De druiven worden rijp geoogst, maar niet te laat, om het fijne fruit en de mooie zuren niet te verliezen. Na de pluk gisten de druiven op roestvrij staal, essentieel voor zijn levendige karakter. Ze blijven nog een tijdje op de lie om hem nog meer rijkdom te geven. Een heerlijk glas Sauvignon blanc.